Met de smaakwaarneming bedoelen we de waarneming van de 5 basissmaken (zoet, zuur, zout, bitter en umami*) door de smaakzintuigjes op de tong en de mondkeelholte. Bij het proeven speelt echter ook de waarneming van structuur, temperatuur en kruidigheid én de waarneming van reukstoffen van voedsel en dranken een belangrijke rol.
*umami is de vijfde smaak en komt uit het Japans, wat ‘heerlijk’ of ‘hartig’ betekent. Het versterkt zoute en zoete smaken en komt van nature veel voor in: oude kaas, zeewier, paddenstoelen en tomaten.
Het waarnemen van smaak is een functie van de smaakorgaantjes. Eén smaakorgaantje bestaat uit wel 50 tot 120 cellen. De meeste smaakorgaantjes bevinden zich op de tong, gegroepeerd in de verschillende smaakpapillen. Daarnaast bevinden zich losliggende smaakorgaantjes in het slijmvlies van het gehemelte en de keelholte. Tevens worden structuur, temperatuur, scherpte en kruidigheid (denk aan pittig) door de mondholte waargenomen.
Speeksel speelt ook een belangrijke rol in het op gang brengen van de smaakoverdracht. Vast voedsel wordt opgelost in het speeksel. De smaakstoffen die hierbij vrijkomen worden vervolgens via het speeksel getransporteerd naar de smaakorgaantjes.
Fabeltje: Vroeger dacht men dat de smaken zoet, zuur, zout en bitter (toen kenden we umami nog niet) ieder op een bepaalde plaats op de tong worden waargenomen. Dat blijkt niet het geval te zijn, weten we nu. Elk van onze smaakpapillen is in staat om elke smaak waar te nemen.
Veel van wat je proeft doe je niet alleen met je smaakpapillen, maar ook met de neus. Het is dan ook niet gek dat eten zo’n grote emotionele waarde met zich mee brengt. Als je bijvoorbeeld voor het eerst een smakelijke vrucht eet tijdens een mooie zomerdag op vakantie, dan houd je daar altijd positieve herinneringen aan over.
De eigenlijke smaakzin van de mens, met behulp van de smaakpapillen, beperkt zich tot zoet, zout, bitter en umami. De reuk is echter het sterkste zintuig dat wij hebben. Het schijnt dat tot wel 75% van onze dagelijkse emoties worden bepaald door wat we ruiken. Sterker nog, de reuk is het enigste zintuig dat direct en zonder tussenkomst staat met ons limbische systeem*.
*limbisch systeem: een groep structuren in de grote hersenen die betrokken zijn bij emotie, motivatie, genot en het emotioneel geheugen, deel van onze ‘oerhersenen’.
Een geur ontstaat doordat hele kleine deeltjes van een geurstof in de lucht zweven. Het reukzintuig zit bovenin de neus. Als we ademhalen door onze neus, komen geurmoleculen uit de lucht ons reukslijmvlies binnen. Dat slijmvlies zit bovenin de neus, vlak onder de ogen. Daar binden de moleculen zich aan geurreceptoren die een signaal doorsturen naar het gedeelte van de herenen waar de reukperceptie plaatsvindt en het limbische systeem. Hier wordt de geur gekoppeld aan een emotionele beleving.
De geurstoffen uit voedsel en drank komen via twee wijzen bij het reukorgaan terecht. De eerste wijze is hierboven beschreven en vindt plaats door het inademen van geurmoleculen uit de lucht. De tweede manier is door het uitademen tijdens het eten/drinken waardoor geurstoffen vanuit de mondholte via de neuskeelholte bij het reukorgaan terecht komen.